Verhalen over witte wieven worden in het oosten van ons land sinds mensenheugenis verteld. Volgens de overlevering woonden ze in prehistorische grafheuvels en moerassen. In de donkere maanden van het jaar waren deze grafheuvels soms open. Voorbijgangers die er binnen gingen, kwamen in een mysterieuze wereld terecht.
Ruud Borman hoorde al in zijn jeugd verhalen over witte wieven. Sindsdien kwamen ze steeds weer op zijn pad. Als archeoloog ging hij op zoek naar de oorsprong en betekenis van deze vertellingen. Het viel hem op dat er veel overeenkomsten waren met verhalen over elfen in Groot-Brittannië en Ierland. Hij reisde naar Zuid-Engeland en ontdekte dat achter veel elfenverhalen de internationale megalithische wereld van Stonehenge schuilgaat. In Schotland bezocht hij Aberfoyle, waar in de 17e eeuw een predikant in een elfenheuvel verdween, en Skye, het Keltische eiland van de mist. In Wales vond hij de bevestiging van zijn naspeuringen over veenlijken in Nederland: de moerassen waren toegangspoorten tot de Andere Wereld evenals de grafheuvels van de witte wieven en elfen. Tijdens zijn onderzoek in Ierland kwam hij tot de conclusie dat Koning Arthur en zijn hofhouding een weerspiegeling vormen van Ierse mythen waarin oeroude gebruiken en rituelen voorkomen. Daarbij kwam hij ook op het spoor van wat mogelijk de oudste ‘Keltische’ Graal is.
Zijn onderzoek werd een vaak spirituele speurtocht die tot Ruuds eigen verbazing veel verder reikte dan hij aanvankelijk had kunnen vermoeden.
In het oosten van ons land werden tot in de 20e eeuw verhalen over witte wieven verteld. Dat gebeurde vooral tijdens donkere najaarsavonden wanneer de maan door de bomen scheen. In grote gebieden waren toen nog uitgestrekte heidevelden en moerassen en het laat zich raden dat in die eenzaamheid verhalen over geheimzinnige verschijningen de ronde deden. In de afgelegen boerenhoeven zat men bij het haardvuur te luisteren naar de spannende verhalen die de boer over de nevelachtige vrouwengedaanten vertelde. Ze woonden in overoude grafheuvels en moerassen en men kon ze maar beter met rust laten en moest ze al helemaal niet uitdagen. Dat bleek onder meer uit overleveringen die over de wieven op de Lochemse Berg verteld werden. Witte wieven zouden kinderen en boerinnen ontvoerd hebben, maar ze hielpen ook kraamvrouwen bij de geboorte van kinderen en ook boeren bij de oogst.
A.C.W. Staring was in de Achterhoek de eerste die, omstreeks 1830, verhalen over witte wieven vastlegde. Hij schreef onder meer over een boer die een ‘geopende’ grafheuvel was binnengegaan en daar een bijzondere wereld had gezien. Ook in andere verhalen was sprake van personen die in de grafheuvels van witte wieven waren geweest. Enige decennia later vernamen Leidse archeologen tijdens onderzoekingen van grafheuvels, in onder meer Epse en Eefde, geruchten van omwonenden over witte wieven in relatie tot deze prehistorische begraafplaatsen.
De Coevorder predikant Johan Picardt had het verband tussen prehistorische grafheuvels en verhalen over witte wieven al twee eeuwen eerder vastgesteld. Hij had de bewoners van de grote stille Drenthse heide bezocht en hoorde overal dat de wieven in die oude begraafplaatsen woonden. Sommigen waren in die heuvels geweest en hadden daar dingen gezien waar over ze niet mochten spreken. In zijn boek ‘Korte Beschryvinge van eenige Vergetene en Verborgen Antiquiteiten(1660) is een wit wief in de ‘deuropening’ van een grafheuvel afgebeeld.
Een ogenschijnlijk merkwaardige handeling in een aantal verhalen was het gooien van een haarspit in de verblijfplaats van de witte wieven. Doorgaans waren hierbij door drank overmoedig geworden boeren betrokken maar soms was er ook sprake van een weddenschap over dapperheid door boerenzonen. Hun daad werd altijd onmiddellijk door de wieven afgestraft met een angstaanjagende achtervolging waarbij de daders op het laatste moment aan hun wraak ontkwamen.
Een haarspit werd gebruikt om de zeis te slijpen en was dus als werktuig indirect bij de oogst van het graan betrokken en aangezien witte wieven soms boeren bij de oogst hielpen en kraamvrouwen bij geboorten mag misschien een voorzichtige conclusie worden getrokken dat zij in een ver verleden, wellicht als priesteressen, bij vruchtbaarheidsrituelen een rol speelden. Dat zij in grafheuvels woonden, en dus de toegang tot de Andere Wereld bewaakten, doet vermoeden dat zij ook de overledenen bijstonden bij hun reis naar het hiernamaals. Uit het laatste zou kunnen worden afgeleid dat de oorsprong en ouderdom van de verhalen over witte wieven tot ver in de Prehistorie terug kan gaan. De archeoloog Butler veronderstelde al in de jaren zestig van de vorige eeuw dat in deze overleveringen de zwakke stemmen van de Bronstijd doorklinken.
Ook moerassen, die eveneens gezien werden als woonplaatsen van de witte wieven, boden toegang tot de Andere wereld. Het was het domein van de goden en sinds het Neoltihicum werden daar door de bevolking talloze voorwerpen geofferd. Aanvankelijk waren dat vooral gebruiksvoorwerpen, sieraden en wapens, maar uiteindelijk werden ook mensen als boodschappers aan de goden in het veen geworpen.
In het begin van de vorige eeuw begonnen streekhistorici de eeuwenlang mondeling overgeleverde verhalen op schrift te stellen waardoor ze niet in de vergetelheid geraakten. De traditie van het vertellen van oude overleveringen zou sindsdien snel in onbruik raken en de komst van radio en televisie bespoedigde dat proces definitief.
Verhalen over elfen in Groot Brittannië en Ierland vertonen frappante overeenkomsten met die van de witte wieven. Bij elfen moeten we niet denken aan de gevleugelde wezentjes die in de Victoriaanse tijd het licht zagen maar meer aan de personages die de Keltische mythen bevolken zoals strijders, prinsessen en feeën. Ze woonden in grafheuvels, megalithische tomben, moerassen, poelen en op paradijselijke eilanden in het westen, zoals Avalon. Eigenlijk geven de verhalen over Koning Arthur en zijn hofhouding een heel goed beeld van de Keltische elfenwereld. Arthur is de elfenvorst die gesteund door zijn magiër Merlijn en Vivienne, de Vrouwe van het Meer, over zijn koninkrijk regeert en af een toe een uitstapje maakt naar Avalon, waar zijn zuster Morgana le Fay de scepter zwaait. In allerlei verhalen spelen prehistorische monumenten een rol en zij lijken te verwijzen naar een bloeitijd uit een ver verleden waarin Stonehenge en Avebury werden gebouwd en omgeven door indrukwekkende grafheuvels van belangrijke stamleiders. In hun graven kregen zij onder meer de ook in Nederland gevonden klokbekers mee welke in die periode in een enorm gebied in Europa vervaardigd werden. Misschien waren er priesteressen die in de herinnering als witte wieven en elfen bleven voortleven.
In Nederland zijn concrete bronnen over witte wieven schaars, maar in Groot Brittannië leefden de elfen nadrukkelijk voort in het gedachtegoed van de bevolking en het is dan ook niet verwonderlijk dat beroemde schrijvers als Shakespeare en Walter Scott veel aandacht aan hen besteedden in hun werken. In de film ‘The Lord of the Rings’ waren de elfen medeverantwoordelijk voor de uiteindelijke overwinning op Het Kwaad.
Ruud Borman was van kinds af aan geïnteresseerd in alles wat oud is. Hij studeerde archeologie en geschiedenis, vooral omdat hij altijd wilde weten wie de mensen waren die achter oude kronieken en archeologische vondsten schuilgingen. Hij werkte vele jaren in musea als conservator en directeur en stelde diverse tentoonstellingen samen. Over zijn vakgebied schreef hij acht boeken. Midden jaren tachtig ontmoette hij op een congres in Italië enkele Britse collega’s die hem uitnodigden om ook eens in hun oudheidkundige keuken te komen kijken. Tijdens zijn eerste bezoek bezocht hij Stonehenge en Avebury, en in Glastonbury ontstond zijn fascinatie voor de Keltische mythologie. Hij verdiepte zich jarenlang in alles wat met koning Arthur te maken heeft en kwam daardoor ook in aanraking met de Keltische Andere Wereld. Tijdens zijn onderzoek daarna kwam hij tot de conclusie dat verhalen over witte wieven in Oost-Nederland veel overeenkomsten vertonen met die over de elfen in Groot Brittannië en Ierland. Jarenlang stroopte hij deze landen tot in de uithoeken en desolate gebieden af om meer kennis hierover te verzamelen en deed allerlei verrassende ontdekkingen. Voor hem is de echte speurtocht pas begonnen.
contactformulier | manuscript | privacyverklaring
cookieverklaring | leveringsvoorwaarden | verzendkosten
e-mail: info@a3boeken.nl
© a3boeken 2022 | kvk 30121964 | btw-id nl001506161b83