Wie schrijft kan toveren, kan het laten regenen op papier en heeft geen paraplu nodig. Wie schrijft kan de wind laten ruisen door de bomen, kan de lezer laten huiveren, kan het haardvuur laten knappen. Wie schrijft schept leven. Maar hoe doe je dat nu? Hoe geef je tekst levensadem, hoe laat je woorden stromen, voer je de lezer mee in een wereld die alleen op papier bestaat?
In het werk van Rembrandt spelen handen vaak een belangrijke rol bij het verhaal dat hij wil vertellen. Zo zijn de handen van het Joodse bruidje een symbool van liefde en verbinding. Rembrandt maakte veel voorstudies van handen voor hij het verhaal in de handen van het Joodse bruidje kon schilderen. Wie schrijft maakt ook voorstudies. Kan luisteren naar zijn innerlijk stem. Kan zijn overijverige criticaster negeren. Kan genieten van zijn woordenstroom, de regenbui aan tekst zonder duidelijke structuur of kern. De pen danst over het papier, wordt rauw gekauwd tijdens het broeden en ligt altijd binnen handbereik. Zo ontstaan de ervaring, de kennis, het inzicht en het plezier waarmee het verhaal kan worden verteld.
Met dit boek kun je een heel jaar voorstudies maken. Elke week heeft zijn eigen thema en concrete schrijfoefeningen, die een rijke bron van inspiratie vormen. De oefeningen laten je spelen, ploeteren, schrappen en schuren. Door iedere week en misschien wel elke dag te schrijven ontstaat ruimte om ervaring op te doen en inzicht te verwerven.
Recensie NBD/Biblion
“De auteur (1955) is dichter, schrijft kinderboeken en is docent bij het hbo. Deze handreiking voor het schrijven is geen theorieboek of naslagwerk, maar een doeboek. Het leidt de schrijver op om zich ‘ploeterend’ de technieken van het creatieve schrijven eigen te maken. Het uitgangspunt van de auteur is dat ‘toveren’ met taal te leren is.
Met behulp van 52 samengestelde opdrachten, voor elke week van het jaar een, biedt zij schrijfactiviteiten aan die elke schrijver moet beheersen. Thematisch zijn de oefeningen zeer gevarieerd. Ook hebben ze een duidelijke structuur. Na een viertal gouden regels volgen de aspecten van het schrijfproces die een tekst ‘levensadem’ geven, zoals associëren, een schrijfspurt ontwikkelen, beschrijven, het gebruik van beelden, een woordweb maken enz. Voorbeeldteksten (vooral gedichten), tips, foto’s en cartoons verlevendigen de opdrachten. In elke opdracht staat uitdrukkelijk de doelstelling vermeld. Een zeer gevarieerde schrijfwijzer die vooral de aandacht richt op de creatieve impulsen voor het schrijven.” (Gerard Oevering)
Margreet Schouwenaar (1955) volgde de opleiding voor Leraren Basisonderwijs aan de Pedagogische Academie te Alkmaar. Werkend in de wondere wereld die scholing heet volgde ze diverse trainingen en opleidingen die vooral ingegeven werden door belangstelling en nieuwsgierigheid, zoals de Voortgezette Agogische Beroepsopleiding en de opleiding tot Supervisor. Haar debuut kwam in 1991 met de publicatie van vier gedichten in de Revisor. Op grond hiervan werd ze genomineerd voor de Cees Buddinghprijs. In 1992 verscheen bij uitgeverij Querido haar eerste bundel: De Drempel die Vertrek is. Haar poëzie heeft veel kanten; de taal als drijfveer en voertuig, en de verplaatsing van de ene toestand naar de andere. Het hogere en het aardse zet zij dikwijls in onderlinge verhoudingen neer waarin haar uitzonderlijk taalgevoel vaak uitgroeit tot regelrechte magie, volgens Jan Kuyper op de omslag van Talen naar de Val(2000).
In 2009 volgde Margreet Schouwenaar Joost Zwagerman op als Stadsdichter van Alkmaar. In deze functie initieerde Schouwenaar in navolging F. Starik de Eenzame uitvaart in Alkmaar. Zij richtte een dichtersgilde op en gaf de aanzet tot een poëzieroute door de binnenstad van Alkmaar. Zestien september 2009 werd bij de opening van de hernieuwde Friesche Brug een gedicht van haar hand in graniet aan beide zijden van de brug gelegd.
contactformulier | manuscript | privacyverklaring
cookieverklaring | leveringsvoorwaarden | verzendkosten
e-mail: info@a3boeken.nl
© a3boeken 2022 | kvk 30121964 | btw-id nl001506161b83